De Beers komt
In de 13e eeuw werden er dijken langs de Maas aangelegd. Men begon in het westen en telkens wanneer er weer een stuk klaar was werd er een verbinding gemaakt met de hogere zandgronden door zgn. dwarsdijken. Zo kennen we in onze omgeving de Groenedijk (C) bij Haren en de Erfdijk (B) bij Herpen (afb. 36. en 336a.).

Afbeelding 36

Afbeelding 36a
In de latere eeuwen waren er regelmatig dijkdoorbraken vanwege de vele bochten in de Maas tussen Grave en Den Bosch. Kruiend ijs zorgde voor grote druk waardoor de dijken bezweken. Om dit probleem op te lossen werd de dijk bij Beers laag gehouden (= de Beerse Overlaat), zodat het water daar over de dijk stroomde bij hoge stand. De overstroming werd zo min of meer gestuurd en zorgde niet langer voor verrassingen. Nadeel was wel, dat het gebied onder de Maas regelmatig overstroomde. Het zorgde er voor, dat het gebied minder geschikt bleef voor akkerbouw maar des te geschikter voor veeteelt. Het hele stroomgebied bleef onbewoond.

Afbeelding 37
De dorpen in het stroomgebied van de Beerse Maas,(afb 37) zoals de overstroming werd genoemd, beschermden zich met strekdammen zoals het Stationspad bij Ravenstein, de Huisselingse dam tussen Herpen en Huisseling en de al bestaande Erfdijk (B).
Ondanks deze beschermdijken kwamen er toch nog wel eens doorbraken voor, die veel schade en ellende veroorzaakten, zoals de doorbraak van de Erfdijk in Herpen in januari 1861 (zie ook venster 24).
In de jaren dertig werd de Maas gekanaliseerd, waarna ook de Beerse Overlaat kon worden gesloten. Deze werkzaamheden, die vaak door werklozen als werkverschaffing werden geklaard werd afgerond in 1942.