Herpense putten

Afbeelding 3.1
De naam middeleeuwen werd eens gekozen om de periode tussen de Romeinse tijd en de Renaissance aan te geven. De Renaissance (=wedergeboorte) werd gezien als vervolg op de klassieke oudheid van Grieken en Romeinen. De periode van de middeleeuwen die daar tussenin lag werd daarmee als onbeduidend gewaarmerkt.In onze tijd weten we wel beter: elke periode en elk tijdvak heeft zijn specifieke kenmerken en is daarmee historisch gezien uniek.
Voor Nederland is het tijdvak van monniken en ridders (500 – 1000) belangrijk omdat in deze tijd langzaam maar zeker de permanente bewoning van het gebied ontstaat. Mensen die zich ergens vestigen blijven er wonen en ontginnen het gebied.In onze omgeving ontstonden zo definitieve nederzetting o.a. in Deursen/Dennenburg en Herpen.
In Herpen werd bij het bouwrijp maken van plan Wilgendaal II sporen van vroeg- middeleeuwse bewoning gevonden. Op het terrein waar eens de Herpense voetbalclub furore maakte werden niet alleen paalgaten van boerderijen gevonden maar ook boomstamputten (afb. 3.1 en 3.2). Enkele uitgegraven boomputten werden geconserveerd.Afb. 4.Het dorp Herpen ontstond op de grens van de hogere zandgronden en de laag gelegen kleigronden langs de Maas. Daarmee ligt Herpen in het verlengde van plaatsen als Berghem, Oss, Geffen, Nuland en Rosmalen. Dit grensgebied zorgde er voor, dat de bewoners voldoende hout uit de bossen en weidegrond voor het vee ter beschikking had.
Meer info: Omroep Walraven, uitzendingen van 19-4-2006; 23-3-2007 en 30-3-2007.
Zie ook venster 1.

Afbeelding 3.2