Hoog bezoek in de Marktstraat
Afbeelding 29
Nederland werd voor het eerst een koninkrijk in 1806, toen nog met de naam koninkrijk Holland. Onze eerste koning was Lodewijk Napoleon (afb. 29.), de broer van Napoleon Bonaparte. Deze koning werd in korte tijd zeer geliefd onder het volk. Hij probeerde een echte Hollander te worden. Beroemd zijn zijn met een Frans accent uitgesproken woorden: “Ik ben konijn van Olland”.
Hij toonde zich betrokken na de ontploffing van een kruitschip in Leiden (1806). Hij diende de belangen van het Nederlandse volk meer dan de belangen van zijn grote broer in Parijs. Zo keek hij de andere kant uit wanneer botersmokkelaars hun handel met Engeland ondanks het Continentaal Stelsel voortzetten. In 1810 kwam hij daarmee zo in conflict met zijn broer dat hij moest aftreden.
Tijdens een werkbezoek aan het oostelijke deel van het huidige Noord-Brabant in het voorjaar van 1809 kwam hij op 22 april 1809 ook in Ravenstein. Hij overnachtte in het huis van schout Kleinefeldt aan de Marktstraat op nummer 15.
Hij bezocht het kasteel van Ravenstein, waar tot ca. 1795 het bestuur van het Land van Ravenstein zetelde. In een van de torens werd nog een tot levenslang veroordeelde gevangene vastgehouden. De koning vond de omstandigheden echter zo onmenselijk, dat hij de gevangene acuut liet overplaatsen naar Den Bosch.
Zijn kritiek op het bestuur was duidelijk: het Land van Ravenstein was een achtergebleven gebied met een zwak bestuur. Ook daar nam de koning direct maatregelen. De omliggende dorpen kregen allemaal hun eigen dorpsbestuur.
Op zondag 23 april 1809 bemiddelde de koning in een geschil tussen de pastoor en een inwoner van Ravenstein. Daarna vertrok de koning via de dijk richting Demen naar Lith. Hij werd uitgeleide gedaan door de schutterij Sint Barbara.