Stiekem radio luisteren; 2e W.O.-passief verzet
In de eerste maanden van de bezetting leken de gevolgen van de Duitse bezetting mee te vallen. De Duitsers hoopten de Nederlandse bevolking op “vriendelijke” wijze voor hun gedachtegoed te winnen. Toen de Duitsers hun ware gezicht in Amsterdam toonden bij het neerslaan van de Februaristaking was het duidelijk: Nederland zou met dezelfde maatregelen te maken krijgen als Duitsland. Dat betekende o.a. Jodenvervolging.
Afbeelding 59
Afbeelding 60
Maar daarmee gingen veel Nederlanders ook over tot passief verzet. Een van de activiteiten was het beschermen van de Joodse medeburgers. Vooral op het platteland kwamen onderduikadressen (afb. 59.).
In Dieden woonde in die tijd Frans Wijnakker. Toen hij voor (illegale) handel in Amsterdam was, werd hij geconfronteerd met het verzoek om een vijfjarig, Joods meisje mee te willen nemen. In Brabant was immers meer voedsel aanwezig. Frans kreeg het kind overgedragen op het Centraal Station. Pas later kwam zijn vrouw er achter, dat het om een Duits-Joods meisje ging. Na enkele weken vroeg het meisje of haar broertjes ook mochten komen. Het was het begin van het onderduikcentrum langs de Maas. Uiteindelijk wisten dhr. en mw. Wijnakker 54 mensen te verbergen of bij anderen onder te brengen. Frans zei daarover:
“Ik was geen held maar het gebeurde met me. Ik kon gewoon niet meer terug…”. Jaren later ontvingen dhr. en mw. Wijnakker een hoge Israëlische onderscheiding.
Naast deze vorm van verzet bestond nog een reeks van manieren om voorschriften en verordeningen te ontduiken. Taxibedrijf Thé de Vocht zorgde voor vervoer van personen zoals Engelse piloten, mensen uit het verzet en onderduikers. Een van de meest voorkomende ontduiking van de Duitse voorschriften was het illegaal bezitten van een radio.
Het toestel werd op de meest onmogelijke plekken bewaard: onder de vloer, in een kast, op de hooizolder, in de schouw enz. De familie van Vic van Aar bewaarde de radio onder de toonbank van hun winkel. De radio was vooral belangrijk vanwege het hooghouden van het moreel. Met name de onderduikers hadden behoefte aan opbeurende woorden van koningin Wilhelmina of anderen (afb. 60.). De onderduikers bij de familie Wijnakker volgden op de radio een cursus Engels van de BBC. Zo wisten zij op nuttige wijze de tijd te doden.