De Pest in de buurt

5.1

In de veertiende eeuw diende zich in Europa een vijand aan, zoals er nog nooit een geweest was. Deze vijand was met het blote oog niet eens te zien: de pestbacterie. Met Italiaanse kooplieden was de bacterie via vlooien en ratten, waarop de vlo leeft, vanuit de Krim op de handelsschepen  naar Italië gereisd. Daar greep de ziekte razendsnel om zich heen. Het ophopende stadsvuil was een ideale leefomgeving voor ratten. Vooral in de zomer konden zij zich snel vermenigvuldigen. Veel mensen waren niet bestand tegen deze nieuwe bacterie en stierven bij bosjes. Er is berekend, dat ongeveer 50% van de bevolking in Europa stierf door de ziekte. Vooral in het warmere zuiden heerste de ziekte in ernstige mate.

De wanhopige mensen vroegen zich af waaraan ze dit verdiend hadden. De kerk dacht dat het een straf van God was. Velen keerden zich dan ook naar hun godsdienst en kozen voor een streng godsdienstig leven zoals de Flagellanten (afb. 8.), die rondtrokken en zichzelf geselden als boetedoening.

Anderen keerden zich juist af van de kerk en leefden een bandeloos leven. Het leek wel of de onschuld voorgoed verdwenen was.

In Ravenstein leidde een uitbraak van de pest tot de oprichting van het St Barbaragilde (zie ook venster 8). Het schuttersgilde zag het als haar taak om zieken te verzorgen en de doden te begraven. Als dank kregen zij een tiende van de roggeoogst, die tot op de dag van vandaag in de vorm van het roggegeld geïnd wordt bij boeren in Schaijk en Reek.

In Deursen wordt nog elk jaar de Rochusprocessie gehouden. St Rochus werd vereerd ter bescherming tegen o.a. de pest.

Heemkundekring Land van Ravenstein, de pest in de buurt
Scroll naar boven